Commissie voor de Verzoekschriften: verschil tussen versies

Uit Petities
Ga naar: navigatie, zoeken
(teksten uit reglement van Orde van de Tweede Kamer)
(geen verschil)

Versie van 3 okt 2010 om 08:25

De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven heet de Kamercommissie die de petities gericht aan de Tweede Kamer behandelt. Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer zegt daarover het volgende:

Artikel 20. De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven
1. Er is een commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven, 
waarvan de werkwijze bij afzonderlijk door de Kamer vast te stellen 
reglement wordt geregeld.
2. Zij is belast met het uitbrengen van verslag over alle door de Kamer of
een commissie van de Kamer in haar handen gestelde verzoekschriften en 
burgerinitiatieven. Zij is tevens belast met het uitbrengen van verslag over
onderzoeksrapporten van de Nationale ombudsman, indien daartoe aanleiding is.
3. De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven toetst of
een burgerinitiatief voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria, genoemd in
artikel 132a, en aan de vormvereisten, vastgesteld in het in het eerste lid
bedoelde reglement.
4. Elk verslag over een verzoekschrift en een burgerinitiatief bevat een
duidelijke conclusie of een behandelingsvoorstel.
5. De commissie is bevoegd mondeling of schriftelijk in overleg te treden
met de regering en de Nationale ombudsman.
6. De commissie kan aan een vaste of algemene commissie verzoeken haar van
advies te dienen of namens haar een onderzoek in te stellen en daaromtrent
aan haar verslag uit te brengen, waarna zijzelf aan de Kamer verslag
uitbrengt.

Over verzoekschriften gaat hoofdstuk 10 in het reglement:

HOOFDSTUK X. VERZOEKSCHRIFTEN
Artikel 131. Behandeling van de conclusies van de commissie voor de
Verzoekschriften
1. Bij de openbare behandeling van de door de commissie voor de
Verzoekschriften voorgestelde conclusies kan ieder lid amendementen op deze
conclusies voorstellen. Op deze voorstellen zijn de bepalingen omtrent
amendementen op voorstellen van wet van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat ook amendementen, waarvan de strekking tegengesteld is aan die
van de conclusies van de commissie, toelaatbaar zijn.
2. Verwerpt de Kamer de voorgestelde conclusies zonder daarvoor andere in de
plaats te stellen, dan worden de stukken in handen van een tijdelijke
commissie gesteld of, indien de conclusies reeds door een tijdelijke commissie
waren voorgesteld, in handen van een nieuwe tijdelijke commissie, die
daaromtrent nader aan de Kamer verslag zal moeten uitbrengen.

Artikel 132. Minister besluit geen gevolg te geven aan besluit;
inhandenstelling
Indien de Kamer zich heeft verenigd met de conclusies in een verslag van de
commissie voor de Verzoekschriften, waarbij een minister wordt uitgenodigd
iets te doen of na te laten en de minister bij brief te kennen heeft gegeven
daaraan geen gevolg te geven, wordt deze brief in handen gesteld van de
commissie voor de Verzoekschriften, die aan de Kamer kan voorstellen dit stuk
met de onder haar berustende stukken te stellen in handen van een vaste of een
algemene commissie, ten einde daarover dan nader aan de Kamer verslag uit te
brengen.

Over het burgerinitiatief gaat hoofdstuk 10a.

HOOFDSTUK XA. BURGERINITIATIEF
Artikel 132a. Burgerinitiatief
1. Het burgerinitiatief is een voorstel om een onderwerp voor behandeling
door de Kamer voor te dragen en is gericht op de vervaardiging, wijziging of
Reglement van Orde van de Tweede Kamer intrekking van een wettelijke regeling 
dan wel op het te voeren regeringsbeleid.
2. Het burgerinitiatief kan niet betreffen: 
a. een aangelegenheid van een decentrale overheid;
b. een vraag over, klacht of bezwaar tegen het regeringsbeleid;
c. een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het
 burgerinitiatief door de Kamer een besluit is genomen, behoudens in het geval
van substantiële en voldoende concrete nieuwe feiten of omstandigheden die ten
tijde van de beraadslaging over het onderwerp in de Kamer niet bekend waren;
d. belastingen en begrotingen;
e. zaken die in strijd zijn met de Grondwet en de goede zeden.
3. In het reglement, bedoeld in artikel 20, eerste lid, kunnen nadere voorwaarden
worden gesteld.
4. De initiatiefnemer kan verzocht worden een toelichting te geven op zijn
burgerinitiatief.
5. De Kamer neemt ten aanzien van elk geagendeerd burgerinitiatief een besluit.