Digitale democratie
In een workshop over digitale democratie (nav van een Kamermotie [1]) op basis van een internationale vergelijking van ervaringen kwamen de volgende vragen voorbij:
Gegeven de ervaringen in het buitenland met diverse digitale instrumenten
- welke instrumenten zouden geschikt zijn voor gebruik in Nederland,
- onder welke voorwaarden, en
- wat moet daarvoor gebeuren?
Aan de hand van ERVARINGEN
Aan wat voor type e-democratie-ontwikkeling heeft Nederland behoefte:
- Op de korte termijn?
- Op de lange termijn?
- Welk soort e-democratie-instrument past er bij Nederland?
- Wat past in de Nederlandse democratische traditie? Wat past bij onze rechtsstaat / ons staatsbestel?
- Wat past in de Nederlandse cultuur?
- Wat werkt in Nederland, en wat werkt er hier niet?
- Waar moet je rekening mee houden, dat vaak over het hoofd wordt gezien?
- Welke knelpunten kun je verwachten?
- Wat weten we uit het verleden over wat niet werkt?
- Wat werkt anders op het Nederlandse, nationale niveau:
- Dan in andere landen?
- Dan op het lokale niveau?
als input voor ONTWERPEN
Waar staan we in Nederland op het punt van e-informeren/e-consulteren/e- beslissen, en wat is de volgende stap?
- Welke lessen halen we uit het buitenlandse voorbeeld / de buitenlandse voorbeelden?
- Wat zijn belangrijke ontwerpeisen voor het instrument?
- Effectiviteit (doeltreffendheid)
- Bereik
- Inclusiviteit, toegankelijkheid, veiligheid, ...
- Efficiëntie (value for money)
- Hoe moet het instrument worden ‘ingebed’?
- Wat moet er juridisch gebeuren?
- Wat moet er op organisatorisch gebied gebeuren?
- Wat moet er gebeuren op het terrein van communicatie?
- Wie moet wat doen?
- Wie moet het initiatief nemen?
- Wie moet het instrument ontwikkelen, wie moet het beheren?
- Wie moet de eigenaar van het instrument en het bijbehorende proces zijn?
- Wat moet er gebeuren op het gebied van toezicht en kwaliteitsborging?
In het algemeen geldt:
1. succes wordt mogelijk gemaakt door bestaande democratische gremia die ruimte en aandacht geeft. In het geval van petities.nl is er in ieder geval artikel 5 in de Grondwet als basis.
2. het moet ook aansluiten bij bestaande praktijk en cultuur. Bijvoorbeeld een (oude) representatieve democratie zonder referenda zoals de Nederlandse. In plaats van een 'jonge' democratie die een restart maakt en zich afzet tegen een communistisch verleden (zoals die in Estland).
Voor de kant van de burgers geldt:
- Kort durende betrokkenheid is realistisch. Bij projecten/lobby van langere adem is professionele betrokkenheid nodig, bijvoorbeeld een branche-organisatie of een energie- of zorgcollectief dat professionele uitvoering op zich gaat nemen.
- Digitale discussie ontspoort en is de grote ongelijkmaker. Conflicten worden niet online beslecht. Vergelijk het niet met samen software of een encyclopedie schrijven omdat het resultaat gelijk werkt of niet. Dat het bij software al duidelijker is 'wat werkt' dan bij een encyclopedie-lemma geeft al aan dat het in het geval van politieke discussie helemaal moeilijk is.
- Burgers kunnen niet onderhandelen met het bestuur online. Polderen gebeurt in een kamertje met woordvoerders en een achterban. Dat is wat je nodig hebt in Nederland, is echt de toekomst.
Voor het parlement geldt:
- open data, stemgedrag in real-time, debatten uitzenden en transcriberen, vragen beantwoorden, allemaal goed! Doen!
- wetgevingsproces transparant maken (track&trace), zou mooi zijn, maar politiek lastig
- crowdsourcing/meebeslissen kan alleen als het parlement de ruimte geeft, inclusief verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit aangeleverd door burgers (want burgers zelf zijn dan al weg). Heel moeilijk, alleen bij kleine afgekaderde vraagstukken/projecten.
- het parlement iets verplichten wat het zelf echt niet wil WERKT NIET, zoals het burgerinitiatief nu. Terecht misschien?