Petitie, initiatief of verzoek
Menig gemeente vraagt zich af of en hoe ze de instrumenten petitie, burgerinitiatief, volksinitiatief en referendum(verzoek) moeten inzetten. Op basis van onze ervaringen het afgelopen decennium suggereren we u of te vragen of:
- er een hoge of lage drempel nodig is
- tweerichtingsverkeer, een dialoog wenselijk is
- de consequenties veel kosten
- de drempels passen bij het stadium.
En nog een opmerking over fraude.
Inhoud
Hoog- of laagdrempelig
De eerste afweging is of er een hoge of lage drempel nodig is voor burgers om zich te melden bij de volksvertegenwoordiging. De laagst mogelijke drempel is het klikken op een icoontje om te stemmen. Denk aan iets leuk vinden op Facebook. De hoogst mogelijke drempel is het invullen van een voorgedrukt ondertekeningsformulier op papier met veel persoonlijke informatie en een handtekening. Denk aan de eisen voor het ondertekenen van het Europees Burgerinitiatief in sommige lidstaten. Een gangbare tussenweg is het vragen om een minimum aan persoonsgegevens (naam, woonplaats) en een e-mailadres, daar werkt Petities.nl mee.
Een- of tweerichtingsverkeer
De tweede afweging is of de burger het antwoord ook te horen krijgt. Als men anoniem klikt, iets leuk vindt, maar ook als men zich via DigiD identificeert (gek genoeg vragen sommige gemeenten daarom) dan is het niet mogelijk of heel moeilijk om alle burgers ook een bericht terug te sturen. Hoogstens is de uniciteit van de ondertekenaar vastgesteld. Vraag je om een e-mailadres, dan is het mogelijk om een e-mail terug te sturen en heb je tegelijk behoorlijk betrouwbaar uniciteit vastgesteld. Petities.nl is hierop ingericht, voor ons is een dergelijke dialoog het belangrijkst. Meer nog dan agenderen. Met het antwoord kan het democratische proces duidelijk worden. Dit hoort ons project 'antwoorden op petities'.
Wat zijn de consequenties
Als er veel op het spel staat, dan is het van groot belang om fraude te voorkomen. Het organiseren van een volksinitiatief waar honderdduizenden burgers voor naar de stembus gaan is niet triviaal. Zeker als een positieve uitkomst overgenomen moet worden. Dan wil je voorkomen dat iemand geautomatiseerd of met een leger goedkope arbeidskrachten openbare lijsten van burgers (telefoongids of Facebook) invoert als ondertekenaar.
Als de gemeenteraad over een verzoek of initiatief het laatste woord heeft of dat aan het college gunt, dan is de controle van ondertekenaars van weinig belang. Immers, met fraude diskwalificeert de petitionaris zichzelf (nog nooit voorgekomen overigens) en vandalisme kan eenvoudig genegeerd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de petitionaris om geloofwaardig aan te tonen dat het niet om een privé-initiatief gaat maar dat het breder gedragen wordt. Vanaf ongeveer 100 steunbetuigingen is daar al sprake van.
Meer dan 100 ondertekeningen is louter informatief. Het zegt iets over het bereik en de soort steun: welke burgers, experts, organisaties of personen met reputatie. De ondertekeningen geven een extra argument naast de inhoudelijke argumenten, maar meer niet. Ze kunnen ook nooit gezien worden als representatief voor de populatie. Ze krijgen betekenis in vergelijking met steun voor en argumenten van andere petities. Een breed gedeelde emotie bijvoorbeeld kan van minder belang zijn dan een alarmsignaal over onrecht voor een minderheid. Het is uiteindelijk altijd de gemeenteraad die in debat betekenis en waarde geeft aan een petitie (en het aantal ondertekeningen).
Drempels in het voor- of natraject
De drempel verhogen kan zowel in het voor- als natraject (of allebei). In het voortraject worden de ondertekeningen verzameld, in het natraject moet er gevolg gegeven worden aan het verzamelen van de ondertekeningen (bijvoorbeeld het organiseren van een referendum). Het is goedkoper om de drempel in het voortraject te verhogen. De ondertekeningen die niet voldoen, en dus ook niet ingediend zijn, hoeven ook niet gecontroleerd te worden en hebben ook geen gevolgen. Het nadeel hiervan is dat burgers zich tegengewerkt voelen. Dat het ze moeilijk wordt gemaakt wekt de indruk dat hun participatie en betrokkenheid ongewenst is. Dit is een hoge prijs. Door de drempels te verplaatsen naar het natraject en de eisen bij de burgers neer te leggen wordt de verantwoordelijkheid ook gedeeld. Als het de burgers bijvoorbeeld niet lukt om met vrijwilligers een referendumkrant te bezorgen of met 5% van de achterban naar een burgertop erover te komen, dan is er kennelijk niet genoeg draagvlak. Als burgers geen (redelijke) offers willen doen om gevolg te geven aan hun stem, dan krijgt het initiatief geen gevolg.
Voor een geintje ontbreekt de bereidheid offers te doen terwijl dat wel bestaat voor een heet hangijzer waarbij veel burgers zich niet goed parlementair vertegenwoordigd voelen. In zo'n geval is er ook vaak een verschil in de informatie waar burgers en de volksvertegenwoordigers zich op baseren. Zo kan je in het natraject ook vragen om bepaalde feiten te laten weerleggen met betrouwbaar bewijsmateriaal voordat het referendum plaats kan vinden. Ook kan de verdedigers van een deelbelang gevraagd worden bewijs te leveren dat het algemeen belang niet goed gediend wordt. Het is zaak om alle ondertekenaars van de petitie dan te betrekken bij het beantwoorden van dergelijke 'tegenvragen' in het natraject. Een dergelijke dialoog is misschien wel belangrijker dan het wel of niet organiseren van een referendum. Is er te weinig respons, dan kan een initiatief ook sneuvelen in het natraject in plaats van het voortraject.
Verderop in het natraject zouden de aanvragers ook in staat moeten zijn om voorbereidende of zelfs uitvoerende werkzaamheden voor de stembusgang te verrichten. Uit de schare ondertekenaars zijn dan intrinsiek gemotiveerde vrijwilligers te werven. Voor een geintje is dat veel moeilijker, zo niet onmogelijk. Dit moet de kosten drukken, maar helpt de initiatiefnemers ook inhoudelijk. De medestanders kunnen wat doen: de referendumkrant verspreiden of het bemensen van informatiepunten bijvoorbeeld.
Er zijn alijd extra maatregelen nodig om te voorkomen dat kapitaalkrachtige partijen een referendum en de benodigde vrijwilligers kunnen ‘kopen’. Bijvoorbeeld door een bezwaarprocedure waarbij het referendum afgeblazen wordt als er bewijs is voor enige vorm van betaling of vergoeding van vrijwilligers (buiten een declaratieprocedure via de gemeente om).
Of een referendum wetgevend of raadgevend is heeft grote consequenties voor het verzoek. Omdat een wetgevend referendum het mandaat van de volksvertegenwoordiging kan vervangen staat dit op gespannen voet met de representatieve democratie. Dit kan een reden zijn om de voorbereiding en uitvoering hoogdrempelig te maken.
Fraude
Een gangbare eis bij een hoogdrempelig referendumverzoek is die van een handtekening in combinatie met adresgegevens en een geboortedatum. Het doel hiervan is zekerheid te krijgen dat er niet meer dan één steunverklaring per individu kan worden gegeven. Bij burgerinitiatieven en helemaal bij petities speelt dit probleem niet omdat het niet lonend is om grootschalige identiteitsfraude te plegen. Het aantal dat dubbel ondertekent is heel klein; het gebeurt vaak per ongeluk en niet systematisch: iemand vergeet een eerdere ondertekening en tekent opnieuw. Met weinig moeite zijn deze er eventueel uit te filteren.
Bij een referendumverzoek kan grootschalige identiteitsfraude in theorie wel uit: neem een lijst namen uit het telefoonboek, maak e-mailadressen erbij aan en neem veel verschillende IP-adressen waarvandaan je robots of laagbetaalden laat ondertekenen. Bij elke technische drempel die opgeworpen wordt worden technici ook uitgedaagd om het te kraken. Bij bureaucratische of inhoudelijke obstakels in het natraject is deze beroepsgroep niet intrinsiek gemotiveerd. Er is geen eer aan te behalen. Deze obstakels zijn het terrein voor de spindokters, campagnevoerders, marketeers en juristen. Door de hele achterban van een dergelijk verzoek te betrekken in het natraject kan dit ondergraven worden. Een redelijk percentage moet bijvoorbeeld op komen dagen bij een burgertop, moet reageren op een vragenlijst of zelf metingen verrichten op straat. Zo niet, dan is er een gevaar dat het referendum wordt 'gekocht'.