Elektronische handtekening

Artikel 15a Burgerlijk Wetboek Boek 3 zegt over de elektronische handtekening dat die dezelfde rechtsgevolgen heeft als een handgeschreven handtekening. Met als voorwaarde dat:

de methode voor ondertekening die gebruikt is voldoende betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor de elektronische
handtekening is gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.

Met andere woorden, voor de ondertekening van een petitie geeft een elektronische handtekening die gebruik maakt van het wachtwoord van iemand's e-mail voldoende betrouwbaarheid. Zeker nu e-mail ook onder het briefgeheim valt (artikel 273d Wetboek van Strafrecht).

Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen de:

• geavanceerde elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 11, verordening (EU) nr. 910/2014
• een andere elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 10, van artikel 3 van verordening (EU) nr. 910/2014

De handtekening is tot stand gekomen met middelen die onder de uitsluitende controle van de ondertekenaar staan. De persoonlijke mailbox dus.

Zie ook de verordening (EU) nr. 910/2014 over de eigenschappen van de elektronische handtekening.